De man in het raam

west
19-1-2015

Door het glas zien we iemand scharrelen.
Het klinkt oneerbiedig, de man maakte die indruk.
De situatie komt fotogeniek over, dus M stapt naar binnen.

M krijgt zelfs koffie aangeboden, gebak. Een foto geen probleem. Waar het voor is?

M vertelt van een gezellig contact, van een in wezen energieke man.
Ik liep door op dat moment. Teveel toeschouwers maken het beeld er vaak niet beter op.

Deze man is veeleer zichzelf, in het bewaakte onbewaakte moment van de foto.
Wanneer ik de man nu zie kijken door het raam, begrijp ik dat mijn eerste indruk nergens op slaat. In zijn blik zit … wat is er te zien? Wat hij ziet - maar wat hij ziet?
Wat hij ervan vindt? In welke situatie ben ik beland? Dat denkt hij, vind ik nu. In welke wereld? Nadenkend …

Ik denk aan de straten in de buurt. Welke mensen er rondlopen. De meesten heel gewoon, ze hoeven niet gezien te worden. Personificaties van de buurt.
Al die statige 19e-eeuwse kunstminnaars, horen ze hier in de straatnamen thuis? Het is meer voor de andere kant van het Vondelpark, maar het heeft iets vertrouwds als je opa en oma.
Misschien kan je het hier - als ultieme stap naar democratie - beter houden op namen van mensen uit de buurt. Dat ze hier per periode aan een huidig bewoner de straat gunnen.

We moeten de man daar nog eens opzoeken, en samen wat drinken, het hem vragen. Met hem namen aan de straten in de wijk geven. Misschien horen hoe hij meestal loopt. Waar hij naar op weg is, naar op zoek …