Hallen
In januari, bijna 9 maanden geleden, dwaalden we langs een afbraakterrein waar al wat werd opgebouwd. Op de meeste plekken slaan ze nu de laatste spijker.
Hallen, ze lijken terug. In Rotterdam is hij net klaar, het foodwalhalla. Gelukkig is er in Parijs al heel lang de marché couvert Saint-Quentin.
Ik was in Vannes, Bretagne. In het oude hart was een prachtig overdekte nieuwe markthal met de kooplui van de Ten Kate markt. Een schat aan voedsel, drank en andere waren. Modern dak en toch een authentiek karakter, gewoon.
Nee, de Hallen bieden veel, maar de sfeer is anders.
Teveel Cultuur, te weinig volks? Het ziet er trendy uit, ja, dat dekt de lading aardig, en het erbij horende publiek zal een boost geven aan de omgeving. En waarom ook niet, soortgelijke projecten zijn best geslaagd in andere wijken van Amsterdam. Ik woonde jaren geleden in de Staatsliedenbuurt, met uitzicht op de ruïnes van de Westergasfabriek. En toen klikte ik op Foodhallen.nl, en val stil.
De Ten Katemarkt erin met het oude West, dat zal voor de projectontwikkelaars teveel van hetzelfde zijn geweest. De nu beoogde spin off van nieuwe bezoekers vult de eigen portemonnee, én het zal al die initiatieven hemelsbreed honderd meter verderop ten goede komen. Een retromarkt voor de Hallentoerist.
De wereld blijft niet bij het oude.
Hij kijkt nog een keer achter zich, wanneer hij de hoek om gaat richting de Kinkerstraat. Ik zal het ze niet vragen, hier bij een stalletje. Het is ze best, zolang het beter gaat. Handel kent weinig principes.
En in de Kinkerstraat zal het ongeveer hetzelfde zijn, een heerlijke multiculturele allegaar in een hollands jasje. Het is goed kankeren op die modieuze types, met een broodje worst van de HEMA.
Het blijft hier een volksbuurt, alleen niet van het volk. Nieuw Oud-West gluurt al naar binnen.